Zo’n anderhalf jaar geleden werd mij door een collega gevraagd of ik wel eens een autotransplantatie indiceerde. Ik was verbaasd omdat ik dat zeker doe terwijl de collega suggereerde dat wij, orthodontisten, dat weinig deden. In ons databestand vond ik zonder problemen ruim 350 transplantaties. Voor zover ik weet heb ik het altijd al toegepast, al ruim 35 jaar. Uiteindelijk realiseerde ik mij dat transplantaties vooral door de mka-chirurg worden uitgevoerd. Nu sinds de jaren 2000 ook andere disciplines, zoals de parodontologie samen met endodontologie, esthetische tandheelkunde en orthodontie, zich multidisciplinair met transplantaties bezighouden, neemt de interesse hierin toe. Vooral de groep van ‘Proclin’ uit Rotterdam heeft de indicatie voor transplantatie fors verruimd, zowel wat betreft leeftijd als het type gebitselement en de locatie ervan. De parodontoloog met diens ervaring met het parodontium, chirurgie en implantologie is goed geëquipeerd voor transplantatie.
Naast meer vaardigheden en betere samenwerking is er binnen de orthodontie ook nog een essentiële plek voor basiskennis over biologische en biochemische processen. Het is belangrijk dat we openstaan voor ontwikkelingen in basiskennis. Het artikel in deze NTVT-editie over kennis van matrixmetalloproteïnase laat zien hoe moeilijk dat is. Als ik zo’n artikel te berde breng bij collega’s wordt er vaak afwijzend op gereageerd. Het is taai om te lezen en staat te ver van de klinische situatie af. Dat is jammer. Gebrek aan kennis kan tot ongewenste en soms zelfs gevaarlijke situaties leiden. Om toch interesse in zo’n artikel te bereiken moet naast de inhoud vooral ook de vorm waarin het aangeboden wordt tegenwoordig anders zijn dan ik gewend ben. Door een onderwerp wetenschappelijk verantwoord en daardoor ‘droog en zakelijk’ aan te bieden worden weinig lezers meer getrokken. Het is tegenwoordig belangrijk dat de toepassing snel duidelijk is en dat er goede, duidelijke en vooral ook handige take home messages bij zitten. Het is net als veel kookprogramma’s: het gerecht, bijvoorbeeld boerenkool met worst, is hetzelfde als altijd, maar de opmaak van het bord en wat erbij nodig is om het appetijtelijk te maken verschilt. Daar zit wel het ‘TikTok’-gevaar in, wat inhoudt dat juist niet essentiële zaken meer aandacht krijgen dan de crux van het artikel.
Goede up-to-date basiskennis naast ervaren klinische vaardigheden is vaak cruciaal om grenzen te verleggen. De huidige ontwikkeling van specialisaties binnen de tandheelkunde en daarbij een goede, vaak intensieve samenwerking is duidelijk meer dan de som der delen. Daarbij is kwaliteit en kans van slagen ook afhankelijk van de ervaring ofwel hoe vaak iemand de behandeling uitvoert. Het is dus wel zinvol om naar aanleiding van het voorbeeld hierboven niet allemaal te gaan transplanteren, maar er weer wel voor te zorgen dat er continuïteit is voor de toekomst, bijvoorbeeld door een goede leeftijdsopbouw van de gespecialiseerde behandelaars.
In deze editie wordt aandacht besteed aan een opkomend probleem. We kunnen steeds meer, maar wat als het leven minder wordt? Een recent artikel in de media vermeldde dat het nieuwe 65 jaar het oude 55 is, het nieuwe 75, het oude 65 maar het nieuwe 85 niet het oude 75. We blijven dus langer gezond en fit maar dat houdt ergens toch op, en dan? De maatschappij tobt met de problemen van de veroudering. Het uitblijven van mondzorg aan oudere patiënten met bijvoorbeeld dementie geeft vervolgens problemen op klinisch gebied. Daarbij komt dat wetgeving zoals de Wet zorg en dwang invloed heeft op de mogelijkheden van ons handelen. Niet alleen kan deze wet de behandelaar een onzeker gevoel geven, maar bestaat er ook de kans op onderbehandelen met juist weer meer ernstige gezondheidsklachten zoals longontsteking of hartproblemen tot gevolg. Het blijkt dat onvrijwillige mondzorg eerder doortastend door niet-professionele zorgverleners verricht wordt dan door professionele zorgverleners. Daarbij zijn er nog steeds te weinig tandartsen die zich inzetten voor de oudere mens. Worden we met deze wetgeving en de aanstaande vermindering van het aantal tandartsen als ‘oudere’ uiteindelijk toch nog aftands?
En dan de titel van dit stukje. Het is de titel van een beroemd liedje van Bob Dylan, geschreven in 1963. Het laat zich moeilijk vertalen, maar de officiële vertaling luidt: “Er komen andere tijden”. De songtekst is nog verbazingwekkend actueel. We gaan in de tandheelkunde veel nieuwe uitdagingen aan terwijl er ook nog veel bekende uitdagingen zijn. Zo blijft de tandheelkunde een boeiend vakgebied.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | G.J.C. Kramer |
---|---|
Rubriek | Redactioneel |
Publicatiedatum | 8 januari 2024 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 131 - editie 1 - januari 2024; 3 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje