Bij een 43-jarige vrouw met een neuralgie van de tweede en derde tak van de nervus trigeminus werd deze diagnose aanvankelijk gesteld op basis van de klinische bevindingen. Nadat de patiënte was ingesteld op 2 x 200 mg carbamazepine, gingen de klachten in regressie. Dit bevestigde de diagnose. Om onderscheid te kunnen maken tussen een idiopathische en een secundaire trigeminusneuralgie werd aanvullend beeldvormend onderzoek verricht door middel van ´magnetic resonance imaging´. Het getoonde beeld paste bij een neurinoom van de nervus acusticus in de rechter brughoek. Zonder aanvullende diagnostiek zou deze benigne tumor pas in een veel later stadium zijn ontdekt en zou de patiënte onnodig zijn blootgesteld aan de hiermee gepaard gaande co-morbiditeit. Gezien de relatief hoge incidentie van secundaire trigeminusneuralgie is routinematig beeldvormend onderzoek bij patiënten met een trigeminusneuralgie te rechtvaardigen.
In a 43-year old female with neuralgia of the second and third branch of the trigeminal nerve, the diagnosis was made on the basis of clinical findings. After the patient was treated with 2 x 200 mg of carbamazepine, all initial symptoms resolved, which confirmed the diagnosis. To distinguish between idiopathic and secondary trigeminal neuralgia, magnetic resonance imaging was scheduled. This investigation showed an acoustic neuroma in the cerebellopontine angle. Without magnetic resonance imaging this benign tumour would be diagnosed in a much later stage and the patient would have suffered unnecessary co-morbidity. Due to the relatively high incidence of secondary trigeminal neuralgia, routine magnetic resonance imaging in patients with a trigeminal neuralgia is justifiable.
Auteur(s) |
G.W.C. Jaspers
B. Stegenga |
---|---|
Rubriek | Casuïstiek |
Publicatiedatum | 1 juni 2005 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 112 - editie 6 - juni 2005 ; 231-233 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje