Voor het onderzoek werden de resultaten van 3 behandelingen vergeleken: 1. De conventionele behandeling (CRT): excaveren en prepareren met de boor en daarna een amalgaamrestauratie, 2. De ART-behandeling: excaveren en prepareren met handinstrumentarium en daarna een hoog-viskeuse glasionomeerrestauratie en 3. De UCT. De overleving van de behandelde gebitselementen na 3,5 jaar, de wisseling van de gebitselementen, de kwaliteit van leven voor en na de 3,5 jaar werden onderzocht. Daarnaast werd gekeken of de aanwezigheid van randspleten het succes van de amalgaam- of ART-restauratie bepaalde en naar de minerale dichtheid van het dentine ten gevolge van de 3 behandelcondities. Overleving was in dit onderzoek gedefinieerd als afwezigheid van extractie ten gevolge van kiespijn, ontsteking of pulpa-expositie. Een belangrijk verschil tussen de behandelingen is de mate van belasting voor zowel de behandelaars als de kinderen.
De onderzoekers stelden vast dat na 3,5 jaar nog 91% van de CRT-behandelde gebitselementen overleefden, 90% van de ART-behandelde gebitselementen en 87% van de UCT-behandelde gebitselementen. Aangezien deze overlevingsgetallen niet statisch van elkaar verschilden, concludeerden de onderzoekers dat de UCT een volwaardig behandelalternatief is. Een kleine kanttekening bij de resultaten is dat in de UCT-groep de ART-behandeling en de NRC-behandeling niet onafhankelijk van elkaar werden geëvalueerd. Kwaliteit van leven gerelateerd aan mondgezondheid (ORHQoL) werd gemeten bij aanvang en einde van het onderzoek. Het comfort tijdens de behandeling werd niet gemeten. Er werden geen ORHQoL-verschillen gevonden afhankelijk van het type behandeling, wat aangeeft dat de NRC-caviteiten niet leidden tot een negatief gevoel.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | C. van Loveren |
---|---|
Rubriek | Media |
Publicatiedatum | 2 maart 2018 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 125 - editie 3 - maart 2018; 181 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje