Van onderzoekers mag worden verwacht dat zij hun experimenten zorgvuldig ontwerpen, uitvoeren volgens de geldende wet- en regelgeving en vervolgens in hun verslag een eerlijke beschrijving geven van de gevonden resultaten. Manuscripten worden, voordat zij in een wetenschappelijk tijdschrift worden gepubliceerd, gecontroleerd door een redacteur en enkele referenten. Dit zogenaamde peer-review-systeem werkt al enkele decennia heel behoorlijk, maar toch glippen er soms artikelen door waarvan na publicatie blijkt dat er iets aan de hand is. Er verschijnt dan enige tijd later in het betreffende tijdschrift een kleine mededeling dat het eerder gepubliceerde artikel is teruggetrokken en dat het betreffende artikel offline is gezet. Soms wordt vermeld waarom het artikel is ingetrokken, maar vaak blijft de reden duister.
Vrijwilligers houden op de website retractionwatch.org bij welke artikelen door tijdschriften zijn ingetrokken en trachten hierin trends te ontdekken. Retractionwatch concludeert dat van elke 10.000 gepubliceerde wetenschappelijke artikelen er uiteindelijk 4 worden ingetrokken. Hierbij bestaan enorme verschillen tussen tijdschriften, landen en individuele onderzoekers. Zo blijkt één uitgever - Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) – duizenden artikelen te hebben teruggetrokken terwijl dit bij de meeste andere tijdschriften incidentele gevallen betreft. Ook zijn er aanzienlijke geografische verschillen. Onderzoekers uit Iran spannen de kroon met 14 retracties per 10.000 artikelen, maar zelfs Nederland blijkt de dubieuze eer te hebben om in de top 10 te staan van landen met het hoogste aantal ingetrokken publicaties. Deze plaats is zeer waarschijnlijk mede het gevolg van Diederik Stapel, voormalig Tilburgs hoogleraar sociale psychologie. Van deze onderzoeker zijn 58 artikelen teruggetrokken. Kampioen is trouwens Yoshitaka Fujii uit Japan met maar liefst 169 teruggetrokken artikelen!
De redenen waarom artikelen worden ingetrokken variëren sterk. In sommige gevallen is er geen sprake van wetenschappelijk wangedrag en melden onderzoekers uit zichzelf keurig dat ze in vervolgonderzoek bepaalde resultaten niet hebben kunnen reproduceren. Soms betreft het zaken die wellicht nog als een slordigheid zouden kunnen worden beschouwd. Zo bleek een Indiase onderzoeker geen toestemming te hebben verkregen van een patiënt die herkenbaar in een artikel was afgebeeld. Helaas is er in veel gevallen ronduit sprake van bewuste fraude, zoals plagiaat en het vervalsen of verzinnen van onderzoeksgegevens. Er blijken zelfs onderzoekers te zijn die door het gebruik van valse e-mailadressen erin slaagden hun eigen manuscripten als referent te beoordelen.
Het verzinnen van onderzoeksgegevens is weliswaar de meest spectaculaire vorm van wetenschappelijke fraude maar heeft een veel lagere incidentie dan plagiaat. De vraag kan worden gesteld welke vorm de meest ernstige gevolgen voor de wetenschap heeft. Bij plagiaat wordt de oorspronkelijke onderzoeker geen recht gedaan, maar verandert er aan de beschikbare wetenschappelijke kennis feitelijk niets. Door het vervalsen of verzinnen van onderzoeksgegevens kunnen daarentegen misvattingen ontstaan met ernstige gevolgen. Zo worden collega-onderzoekers bewust op het verkeerde spoor gezet wat leidt tot verspilling van tijd en onderzoeksbudget. Nog erger is dat dergelijke fraude in medisch onderzoek aanleiding kan geven tot foutieve richtlijnen voor de behandeling van patiënten met mogelijk fatale gevolgen.
De redenen waarom onderzoekers overgaan tot bovengenoemd wetenschappelijk wangedrag zijn grotendeels onduidelijk. Risicofactoren lijken het eisen van hoge aantallen publicaties als voorwaarde voor bevordering bij een academische carrière. Om onderzoeksresultaten door tijdschriften gepubliceerd te krijgen, gaan sommigen dan maar hun resultaten ‘oppoetsen’ door bijvoorbeeld een afbeelding met Photoshop te verfraaien of bepaalde getallen weg te laten. Een sterk hiërarchische cultuur waarbij geen tegenspraak van medewerkers wordt geduld, kan ervoor zorgen dat het lang duurt voordat frauduleus gedrag wordt geopenbaard.
In het 125-jarig bestaan van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde is het, bij mijn weten, slechts één keer voorgekomen dat wij een artikel hebben teruggetrokken. Hiermee bevindt het NTVT zich gelukkig ruimschoots onder het internationale gemiddelde van 4 per 10.000 artikelen. De redactie zal nu en in de toekomst zijn uiterste best blijven doen om dit zo te houden.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | H.S. Brand |
---|---|
Rubriek | Redactioneel |
Publicatiedatum | 7 december 2018 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 125 - editie 12 - december 2018; 627 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje