Sinusbodemelevaties worden veelvuldig toegepast om het botvolume van de processus alveolaris superior te vergroten zodat plaatsing van een implantaat in deze regio mogelijk is. In een systematisch literatuuronderzoek werd gekeken naar driedimensionale veranderingen van het botvolume na een sinusbodemelevatie met verscheidene biomaterialen.
Op basis van vooraf bepaalde inclusie- en exclusiecriteria werd in MEDLINE, EMBASE en CENTRAL gezocht naar geschikte literatuur. Onderzoeken werden geïncludeerd als deze ten minste 10 casus beschreven en een follow-up hadden van minimaal 6 maanden. Primaire uitkomstmaat was het procentuele verlies in volume van het transplantaat, uitgezet tegen de tijd. Evaluatie van het botvolume diende te geschieden met behulp van een conebeamcomputertomogram (CBCT) of een conventioneel computertomogram (CT).
Na selectie werden 12 onderzoeken met een gecombineerd totaal van 234 sinusbodemelevaties geïncludeerd. Alle rapporteerden verlies van botvolume na augmentie binnen de postoperatieve periode van 6 maanden tot 6 jaar. Er werd meer verlies van botvolume waargenomen bij augmentaties met autoloog bot (45% ± 23%) dan bij augmentaties met botsubstituten (18,3% ± 2,3%) of samengestelde transplantaten (21,8% ± 7,3%). Er zijn geen statistisch significante verschillen gevonden tussen augmentaties met de verschillende biomaterialen. Op basis van vooraf bepaalde criteria werd gesteld dat vrijwel alle geïncludeerde literatuur een hoog risico heeft op bias.
Ongeacht het gekozen biomateriaal zal botaugmentatie na sinusbodemelevatie altijd leiden tot enig verlies van botvolume van het transplantaat in de postoperatieve periode. Op basis van de huidige literatuur is er geen bewijs of het verlies van botvolume alleen optreed in de directe postoperatieve periode of dat dit een doorlopend proces betreft. Het botvolume is stabieler na augmentatie met een botsubstituut of autoloog bot in combinatie met een botsubstituut dan bij augmentatie met louter autoloog bot. Het waargenomen verlies van botvolume lijkt de overlevingskans van het te plaatsen of het reeds geplaatste implantaat niet nadelig te beïnvloeden.
Shanbhag S, Shanbhag V, Stavropoulos A. Volume changes of maxillary sinus augmentations over time: a systematic review. Int J Oral Maxillofac Implants 2014; 29: 881-892.
Auteur(s) |
A.S. Palper
M.S. Cune |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 4 december 2015 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 122 - editie 12 - december 2015; 697 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje