Introductie. Het etsen met fosforzuur is onderdeel van veel adhesiefsystemen. Het zuur verwijdert de smeerlaag, maar kan ook ongewenste effecten veroorzaken, zoals overmatige demineralisatie. Door deze demineralisatie activeert fosforzuur endogene proteasen (MMP’s) in de dentine, wat uiteindelijk kan leiden tot degradatie van de hybridelaag. MMP’s breken blootliggende collageenvezels af. De laatste jaren is het gebruik van polyvinylpyrrolidon (PVP) in opkomst binnen de cosmetica-industrie, farmaceutica en de voedingsindustrie. PVP is een polymeer en heeft een aantal voordelen, waaronder pH-stabiliteit, biocompatibiliteit en inertheid. Het vertoont affiniteit met zowel hydrofobe als hydrofiele stoffen en collageen. In dit onderzoek is nagegaan wat de effecten zijn van PVP bevattende fosforzuurets op de hechting aan dentine met een ets- en spoeladhesief.
Materiaal en methode. Dentineoppervlakken van gezonde derde molaren werden behandeld met PAP (fosforzuurets met toegevoegd PVP). PAP werd gemaakt in 3 verschillende concentraties: 35% fosforzuur werd gemengd met 0,5% PVP (PAP 0,5%), 1% (PAP 1%) en 2% (PAP 2%). De controlegroep werd behandeld met 35% fosforzuurets. De dentine werd 15 seconden geëtst en 30 seconden nagespoeld met gedeïoniseerd water. De morfologie van de behandelde oppervlakken (n = 5) werd bekeken door middel van een scanning-elektronenmicroscoop (SEM) en infraroodspectroscopie (FTIR). Daarnaast werd een microhardheidsmeter gebruikt om de Vickers-hardheid te bepalen. Er werd een eenstapsadhesief (Adper Single Bond) aangebracht op de behandelde oppervlakken en 20 seconden gepolymeriseerd. Daarna werd 4 mm composiet laagsgewijs aangebracht. Een in situ zymografietest werd toegepast om de MMP-activiteit binnen de hybride laag in elke groep te bekijken. De molaren werden gesneden tot proefstukken van 1 mm x 1 mm (+/- 0,01 mm) en de microtreksterkte werd bepaald. De gefractureerde proefstukken werden onderzocht met SEM en geclassificeerd als: adhesief/cohesief falen in dentine of composiet en gemengd falen. Ten slotte werd de nanolekkage bekeken met een SEM.
Resultaten. Blootliggende collageenvezels werden gezien in de dentinetubuli van de controlegroep. In de PAP 0,5%-groep was dit minder en in de PAP 1%- en PAP 2%-groepen werd geen blootliggend collageen gezien. De microhardheid van dentine was hoger in de PAP-groepen, en de waarden van PAP 1% en PAP 2% waren significant hoger dan PAP 0,5%. De microhardheid van groepen PAP 1% en PAP 2% waren statistisch vergelijkbaar. De breedte van de fluorescerende band leek dunner in de PAP-groepen dan in de controlegroep. Dit duidt op een lagere enzymatische MMP-activiteit in de PAP-groepen. In de PAP 1%- en PAP 2%-groepen werd fluorescentie nauwelijks gedetecteerd binnen de hybridelaag.
De microtreksterkte van de experimentele groepen was significant groter dan de controlegroep. PAP 1% was het hoogst van alle groepen. Daarnaast vertoonde de PAP 1%-groep de minste adhesieve failures. Ten slotte vertoonde de controlegroep meer nanolekkage dan de experimentele groepen.
Beschouwing. Het blootliggen van de collageenmatrix is ongewenst, omdat het ervoor kan zorgen dat de hechtsterkte van com-posietrestauraties afneemt door langzame afbraak door de MMP’s. PVP hecht aan de blootliggende collageenvezels, waardoor de MMP’s minder worden geactiveerd (afb. 1). De invloed van MMP’s wordt onderschat binnen de tandheelkunde. Er zijn meerdere onderzoeken bekend waarin wordt beschreven dat MMP’s invloed hebben op de progressie van cariës en zorgen voor enzymatische hydrolyse van de hybridelaag, wat kan leiden tot het falen van een restauratie gehecht aan dentine (Mazzoni et al., 2015). Andere manieren om de MMP-activiteit te verminderen na etsen is bijvoorbeeld het gebruik van chloorhexidine, maar dit voegt weer een extra stap toe in het adhe-sieve proces (Göstemeyer en Schwendicke, 2016). De uitkomsten van het onderzoek lijken veelbelovend, omdat MMP’s werden gedeac-tiveerd zonder dat een extra stap nodig is, met mogelijk een langere levensduur van restauraties. In het onderzoek werd gebruikgemaakt van een eenstapsadhesiefsysteem. Andere adhesiefsystemen met bijvoorbeeld een zelfetsende component (zonder fosforzuur voorafgaand) geven mogelijk een ander resultaat. Daarnaast ging het om gezond dentine, waar in de praktijk mogelijk deels gedemineraliseerd dentine centraal wordt achter gelaten, wat de hechtsterkte nadelig beïnvloedt. Wanneer gekeken wordt naar de invloed van andere MMP-inhibitoren op de overleving van composietrestauraties tot 3 jaar, kwam in een meta-analyse van 695 restauraties naar voren dat het gebruik (helaas) nog niet leidde tot een hogere overlevingskans (Göstemeyer en Schwendicke, 2016). Klinisch onderzoek moet uitwijzen of PAP wel leidt tot een langere levensduur.
Afb. 1. Tijdens etsen met de PAP-oplossing (fosforzuurets met toegevoegd PVP) komen de collageenvezels bloot te liggen (a). PVP (polyvinylpyrrolidon) vormt een beschermende schil rondom de blootliggende collageenvezels (b).
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) |
I. Veenman
M.S. Cune |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 4 november 2024 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 131 - editie 11 - november 2024; 504-505 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje