Bij thuiszorgverlening aan kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen staat xerostomie meestal niet hoog op de prioriteitenlijst. Dit onderzoek had als doelstelling onder thuiszorg ontvangende ouderen een inventarisatie te verrichten van de dagelijks gebruikte medicamenten en van andere factoren die xerostomie kunnen veroorzaken of intensiveren.
De groep proefpersonen bestond uit een aselecte steekproef van thuiszorg ontvangende, minimaal 75-jarige ouderen in een groot gebied van Finland. Verschillende onderzoekers bezochten deze mensen thuis. Een mondhygiënist stelde de vraag of continu, soms of nooit xerostomie werd ervaren en deed een globaal mondonderzoek. Het dagelijks gebruik van medicamenten werd geregistreerd door een apotheker volgens een internationaal classificatiesysteem en naar aantal: ≤ 5, 6-9 en ≥ 10. Door een voedingsdeskundige werd de Mini Nutritional Assessment ingevuld. Een geriater gebruikte de Functional Comorbidity Index (FCI) om 13 medische condities te registreren en de Geriatric Scale of Depression (GSD-15) om het aantal symptomen van depressie te scoren. Ook bepaalde deze geriater met vragenlijsten de dagelijkse levensverrichtingen, het cognitief functioneren en de mobiliteit.
Van de 267 proefpersonen hadden 33 (12%) continu, 117 soms (44%) en 117 (44%) nooit last van xerostomie. Het gemiddelde aantal gebruikte medicamenten was 9; 55% gebruikte 10 of meer medicamenten. Degenen die continu xerostomie hadden gebruikten statistisch significant meer medicamenten, hadden een statistisch significant hogere GSD-15-score en scoorden op de FCI statistisch significant vaker een cardiovasculaire ziekte dan degenen die soms of nooit xerostomie hadden. De combinatiegroep met continu en soms xerostomie gebruikte statistisch significant meer anticholinergica, hartglycosiden, lisdiuretica, cholesterolsyntheseremmers, melatonine en protonpompremmers dan de groep die nooit xerostomie had. Met zowel uni- als multivariate regressieanalyse bleek xerostomie gerelateerd aan het gebruik van meer dan 10 medicamenten en aan een hogere GSD-15-score. Met alleen univariate regressieanalyse bleek xerostomie gerelateerd aan de FCI.
De onderzoekers concluderen dat xerostomie onder thuiszorg ontvangende ouderen veel bleek voor te komen en dat dit gezondheidsprobleem zo complex lijkt dat een multidisciplinaire aanpak is vereist.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 3 maart 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 3 - maart 2017; 157 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje