Artikel 6, p. 233-236 - Editie 4 - 1921
233 ONVOORZICHTIGE KRITIEK. *) door P. J. J. COEBERGH. Niet alleen in de 1.1. Maart-vergadering, maar reeds in verschillende voorgaande vergaderingen heeft het mij en ook eenige collega's onaangenaam getroffen, dat inhoud en toon der discussies ontaarden in scherpe critiek. Het komt mij...
Lees artikel (pdf)